De calçot is een variëteit van zoete, witte lente-uitjes die traditioneel wordt geteeld in Catalonië. Hoewel het seizoen oorspronkelijk beperkt was tot de wintermaanden, heeft dit product sterk aan populariteit gewonnen. Daardoor is het nu beschikbaar van november tot het begin van de lente, en zelfs tot ver in april. De traditionele manier om calçots te bereiden is door ze te roosteren in een open vuur van gesnoeide wijnranktakken. Als de buitenkant zwartgeblakerd is, worden de calçots een paar minuten in krantenpapier gewikkeld om ze verder te laten garen en warm te houden. Een calçot eet je met je handen, waarbij je de buitenste laag met je vingers afpelt en het gepelde lente-uitje in romescusaus dipt. Meestal wordt er hartig gegrild vlees bij geserveerd. De calçot van Valls is een beschermde geografische aanduiding of BGA. Op de laatste zondag van januari wordt in het dorpje de Festa de la Calçotada (het calçotfeest) gehouden. Het hoogtepunt van het evenement is de eetwedstrijd: wie slaagt erin de meeste calçots naar binnen te spelen? Het huidige record staat op meer dan driehonderd stuks.

 

Valls is ook een van de centra van de castells, mensentorens van wel tien verdiepingen hoog. Er zijn plannen om hier het Castellmuseum van Catalonië te openen. Dat werd ontworpen door de architect Dani Freixas, winnaar van de Nationale Architectuurprijs, en is bijna 3000 vierkante meter groot. Aan de hand van de laatste audiovisuele technologie maakt het museum bezoekers wegwijs in de complexe bouw van de mensentorens en belicht het de intense vreugde die de leden van de groepen ervaren tijdens de festivaldagen. Krijg je de kans om een dag op een van de ‘plaças castelleras’ (castellpleinen) bij te wonen? Grijp ze zeker, want het wordt vast een van je spannendste ervaringen in Catalonië!