In tegenstelling tot typisch Catalaanse producten zoals olijfolie of wijn, die door de oude Feniciërs, Grieken en Romeinen naar het schiereiland zijn gebracht, is kaas maken een veel recenter traditie in Catalonië.  Kaas is op het platteland altijd al belangrijk geweest, maar de eerste teksten die er specifiek naar verwijzen vinden we pas in de 15e eeuw, in het boek Llibre de Sent Sovi – het eerste bekende kookboek in het Catalaans. In sommige recepten uit die tijd, zoals gevulde kapoen of verschillende sauzen, was kaas al een hoofdingrediënt.

Momenteel is er in Catalonië een brede waaier aan ambachtelijke kazen van koe-, schapen- en geitenmelk te vinden. Er zijn bijvoorbeeld verse kazen, zoals de mató van Montserrat en de brossat uit de Pyreneeën, beide van koeienmelk. De recuit uit Girona is dan weer gemaakt met schapen- of geitenmelk. Dan zijn er ook nog heel bijzondere specialiteiten, zoals de kazen in olie, de cendrat uit de streek Montsec, de merkwaardige kaas van de berg Tupí, kaas van tweede gisting en de kazen van de DOP Alt Urgell en La Cerdanya, de enige Catalaanse kazen met een beschermde oorsprongsbenaming. Overal in Catalonië zijn er vakbeurzen rond kaas en kun je kleine ambachtelijke kaasmakerijen bezoeken. Je krijgt zelfs de kans om een herder te vergezellen bij zijn dagelijkse karweitjes en te leren hoe kaas wordt gemaakt.

Ook de Catalaanse charcuterie staat hoog aangeschreven. Dan hebben we het over gedroogde of gekookte producten die voornamelijk met varkensvlees zijn bereid. De uitzonderingen op deze regel zijn de girella van lamsvlees uit de provincie Lleida en sommige bergspecialiteiten die met wild worden bereid. Andere toppers zijn de beroemde fuet, bull, catalana en llonganissa, met een BGA (beschermde geografische aanduiding) in Osona, waarvan Vic de hoofdstad is. La Cerdanya is ook een gebied van bull, bisbe en pa de fetge. La Garrotxa staat bekend om zijn zwarte paltruc en in El Pallars moet je zeker de typische xolís uit de Pyreneeën rond Lleida proeven.