Jarenlang leefde L’Escala bijna uitsluitend van de vangst van vette vis. Er waren twee shifts, de ‘dageraad’ en de ‘vroege ochtend’. De families van de vissers, die nooit zeker waren van wat er die dag zou binnenkomen, wachtten op het strand en hielpen de vangst uit te laden en schoon te maken. Vervolgens begonnen ze met het zouten van de vis. Deze methode is letterlijk eeuwenoud, want in de nabijgelegen ruïnes van Empúries is te zien dat de Romeinen al voedsel op die manier bewaarden. Wil je meer weten over deze traditie die de cultuur van L’Escala gedurende tientallen jaren heeft bepaald? Breng dan een bezoek aan Alfolí de la Sal, het gebouw waar ze de kostbare grondstoffen voor de productie van de gezouten vis opsloegen. Of aan het Ansjovis- en Zoutmuseum, dat je door de verschillende stappen van het inmaakproces leidt. Je kunt ook een bezoek brengen aan de winkels en tavernes van een van de vier zouterijen die de traditie in stand houden. Bovendien toont dit dorpje zich elk jaar in september van zijn meest feestelijke kant, tijdens het Zoutfestival van L’Escala. Een deel van de bevolking gaat dan gekleed in de traditionele klederdracht en op het strand wordt er weer gewerkt in plaats van alleen gesport en ontspannen. Tijdens het festival komen de tijden van weleer weer voor even terug. Ambachtslieden zouten samen de vis, de boten komen aan op het strand, een scheepsbouwmeester overziet de bouw van schepen, de tavernes komen tot leven, er weerklinken traditionele liederen, netten worden geweven, schippers en mandenmakers zijn druk in de weer … En dat allemaal in een decor met folkloristische voorstellingen en traditionele habaneraliedjes. Elk jaar nodigt de organisatie een land of een streek uit waar de zouttraditie nog wordt hooggehouden. De dorpelingen van L’Escala vertellen ons ook waarom ze bekendstaan als esquenapelats.